jorisenanne.reismee.nl

Telefoonnummer Australië

G'day mates!

We zijn in Darwin en alles is cool (eigenlijk heel heet) Down Under. Ons Indonesische nummer is nu niet meer bereikbaar, we hebben een Australisch nummer: +61 4510 68341. Anne's NL simkaart is dus niet bereikbaar omdat we die telefoon gebruiken hiervoor.

That's all for now, tot snel!

x Anne en Joris

Happy Days!

Lieve lezers,

Na een lange dag met de bus en boot kwamen we vorige week maandag aan op Gili Air. Een echt bounty-eilandje, inclusief wit zandstrand, turquoise zee en palmbomen, net voor de kust van Lombok. Op Gili Air ligt een zandpad om het eiland heen dat je in anderhalf uur kunt rondlopen en er is geen gemotoriseerd vervoer. Een walhalla na de onophoudelijke stroom brommertjes die je verder overal tegenkomt. Iedereen loopt, fietst of pakt paard en wagen, de zogenaamde Cidomo.

We hebben een week lang heerlijk genikst; beetje zwemmen, snorkellen, chillen op het strand, fruitshake erbij, wat lezen, spelletje spelen, ‘s avonds een verse vis uitzoeken voor op de barbecue. Vakantie dus!

Omdat Joor de smaak van het duiken te pakken had gekregen in Tulamben, zijn we op Gili Air bij twee duikscholen langs geweest om te informeren naar het halen van je duikbrevet. De tweede dag begonnen we vol goede moed aan het bijbehorende lees- en huiswerk om de dag erna in het zwembad te beginnen met oefenen. De duikinstructeur was de Britse Tony, een geweldige vent waar we het goed mee konden vinden. Hij zat vol prachtige one-liners die te pas en te onpas gebruikt werden. De belangrijkste was de term “Happy days!” die hij vooral inzette om aan te geven dat iets goed ging, of leuk was. Bij het invullen van het duiklog moet je aangeven wat de weerconditie was, dus Joris aan Tony vragen wat hij kon invullen: “Oh, just say happy days!” De term om aan te geven dat Joris goed bezig was: “You’re buzzing!” En het allerbelangrijkste bij duiken (rustig blijven ademhalen): “Be cool as the Fonze.” Wij dachten zo dat zijn favoriete serie vroeger vast Happy Days was.

Ondanks cool Tony is duiken toch niet echt Anne haar ding dus alleen Joris heeft het brevet gehaald.

De vier duiken rond de Gili’s waren prachtig, in één duik zes zeeschildpadden gespot, vele clownfish van groot tot iniminie (nemo!) in het koraal en een mooie pijlstaartrog die de bodem aan het stofzuigen was (zo een waar Steve Irwin door vermoord is…)

Gister zijn we na weer een lange dag reizen aangekomen in Kuta, het Lloret de Mar van Bali, al trekken we dit gek genoeg beter dan Sanur. Joris is zowaar een bekende uit Zwolle tegengekomen toen we een biertje op het strand van Kuta dronken! Vanavond om 11 uur vliegen we naar Darwin waar het tweede deel van onze reis begint. We hebben er super veel zin in, lekker rondtrekken met een camper, de tassen uitpakken en 5 weken lang gewoon één slaapplek hebben, zelf koken (al verveelt dat natuurlijk snel genoeg weer) en ja, ook weer een beetje de Westerse gemakken.

Toch vinden we het ook jammer om weg te gaan uit Indonesië, er is nog zoveel meer dat we van dit mooie land willen zien.

7 weken Indonesië in een notendop:

49 nachten in 15 verschillende accommodaties

Ongeveer 25 kilo rijst gegeten (geen grap!)

14 boeken gelezen

10 keer achter internet

0 keer televisie gekeken

4 flessen zonnebrand

5 flessen DEET en toch ontelbare muggenbulten, waarvan 6 ernstige joekels die met antihistamine pas weggingen

Op elke plek waar we geweest zijn heeft het geregend, ookal is het het droge seizoen

Ruim 1000 foto’s (per persoon/camera)

1 verkoudheid en (helaas, het ging zo goed!) 1 keer flinke “reizigersdiarree” zoals de gidsen het noemen (beide Anne, aaah)

Maar vooral: prachtige natuur, glooiende rijstvelden, wuivende palmen, hoge bergen en lange stranden. Heerlijk eten, makkelijk reizen en behulpzame, geïnteresseerde, vriendelijke, lieve mensen.

Selamat tinggal Indonesia!

See you Down Under!

Anne en Joris

Una Paloma Blanca

Na een week Ubud zijn we afgelopen maandag vertrokken naar Amed, aan de oostkust van Bali. Amed is de naam van een kustgebied van zo'n 10km dat bestaat uit een aaneenschakeling van kleine vissersdorpjes. We hadden een bepaald hotel op het oog maar werden door de shuttlebus een behoorlijk eindje daarvandaan gedropt en zo liepen we op een andere accommodatie aan om eens te kijken.Wat zijn we blij dat we dat gedaan hebben want zo kwamen we terecht in Jukung Bali, een kleine accommodatie met 4 bungalows. Gelegen in een tuin en direct aan het strand zaten wij in Sea View 2, met een grote overdekte veranda met bamboestoelen en enorm bamboeligbed. Kortom: perfect!


In het rustige, idyllische Amed hebben we heerlijk een midweek gechilld. We hebben gesnorkeld, direct uit de kust lagen koralen met allerlei vissen. We zagen vooral veel de vis “Gill” uit Finding Nemo (check google). Joor heeft gedoken bij een Amerikaans scheepswrak in het nabijgelegen Tulamben, terwijl Anne (want verkouden én het zeek van de regen) een dagje thuisbleef. Het duiken bij het 120 meter lange scheepswrak de US Liberty was een mooie eerste ervaring met het duiken. Eerst nog even oefenen in het zwembad, wat we in Utrecht ook al gedaan hadden, maar was voor de veiligheid verplicht. Ondanks dat het water met bakken uit de hemel kwam, merkten we daar onder water niks van. Het was net alsof ik midden in de BBC-documentaire Earth zwom. Een enorme barracuda gespot, veel kleine visjes en zeeslangen die uit de bodem meeveerden op de stroming. Dit wil ik zeker vaker doen!


Vrijdag zijn we doorgereisd naar Sanur, in het zuiden, dat mega toeristisch is. Eerder schreven we dat we nog maar zo weinig Nederlanders tegenkwamen. Maar we hebben ze gevonden hoor! Ze zitten allemaal hier! Wie gaat er nog naar de Costa del Sol als je ook naar Bali 'ken goan'? Sanur is de nieuwe Spaanse Costa, inclusief aso-volk. Wij voelen ons hier niet echt op onze plek, maar voor een paar daagjes is het prima. Vanuit hier gaan we vanmiddag nog twee belangrijke water tempels bezoeken: Ulu Watu en Tanah Lot.


Morgen reizen we door naar een plek waar we vanaf begin af aan al erg naar uitkijken: de Gili eilanden! Drie kleine bounty-eilandjes tussen Bali en Lombok in. We gaan een week enorm chillen op Gili Air want, poeh zeg, daar zijn we wel aan toe na al die drukte van de afgelopen 6 weken!

Laughing


Volgende week woensdag zit ons Indonesië avontuur er dan al weer op en vliegen we naar Darwin, Down Under! Maar voor die tijd proberen we nog wel wat jaloersmakende foto's van paradijselijke stranden te laten zien

Tongue out


Liefs,

Anne en Joris

Go Your Own Way

Dag trouwe lezers,

Inmiddels zitten we 1,5 week op Bali en hebben we ook dit deel van Indonesië volledig omarmd. Ook hier is het prachtig, lekker weer, heerlijk eten en lieve, vrolijke mensen.. Zij het een tikkeltje commercieler ingesteld dan op Java. Je kunt bijna geen stap zetten zonder toegeroepen (en soms gevolgd) te worden: “You want sarong miss? More sarongs for you?” of “Hello? Yes? You need taxi? No? Maybe tomorrow?”. Maar ach, het is hun goed recht denken we dan maar. Dat zegt de Trotter in ieder geval.

Bali is in veel opzichten weer totaal anders dan Java. Het is veel toeristischer en helaas zie je dat bijvoorbeeld ook terug aan de menukaarten; veel Westers eten, weinig Indonesisch. En alles is duurder. Voor een cola’tje betaal je hier al gauw 1 euro 30, dat scheelt toch een slordige 80 cent met Java!

Tongue out
Van die dingen, ja van die dingen!

Maar kneuterig Hollands gezeur ter zijde, Bali is een prachtig eiland. We zijn vooral onder de indruk van de rol die het Hindoeisme hier speelt in het dagelijks leven. Elk dorp heeft 3 tempels en elk huis heeft ook nog een eigen tempel. Meerdere keren per dag worden kleurrijke offergaven neergelegd en gebedjes gepreveld. Overal ruik je de wierook en bloemetjes die men offert.

De afgelopen week hebben we ons natuurlijk weer prima vermaakt. In het kustplaatsje Lovina hebben we gesnorkeld, waarbij we beiden lekker verbrand zijn ondanks smeren met factor 50. Het koraal was helaas meer dood dan levend en die luidruchtige Limburgse familie die er ook nog eens lekker op ging staan brallen deed ons vermoeden dat dat onder andere weleens de oorzaak kon zijn. Wij zijn totaal geen Greenpeace aanhangers, maar grrrr...

We zien (en horen) hier weinig Nederlanders. Wel heel veel Fransen die echt heel slecht Engels spreken. Wat zijn we blij dat we uit ons talenknobbel-landje komen! Wat wel licht verontrustend is, is dat we nu steeds vaker dezelfde mensen tegenkomen. Zo is er een ander Limburgs gezin dat we sinds Bandung overal tegenkomen. Daar gaat ons hele “Wij zijn enorme avonturiers” gevoel!


Een dagje scooteren in de omgeving van Lovina was erg tof. We zijn bij warmwaterbronnen, watervallen, meren en tempels gestopt. Dat allemaal rijdend langs eeuwig glooiende rijstvelden, met de bloemige geur van versgeplukte kruidnagel overal. Heerlijk om zelf te bepalen hoe lang je ergens blijft hangen en waar je heen gaat.

Wij op de scooter is overigens een hilarisch beeld (een aantal foto’s ter illustratie bijgevoegd). We voelden ons net Bob en Annie de Rooij: “ Hallo boppers!”.

Afgelopen zondag zijn we op onze huidige bestemming aangekomen: Ubud. Een stadje in het binnenland, sommigen misschien bekend van het zweverige vrouwen-non-fictie boek Eten, Bidden, Beminnen van Elizabeth Gilbert. Ubud is zo’n plek waarvan de gidsen zeggen dat je er altijd langer blijft dan je had gepland. En dat kunnen we beamen. Het is een gemoedelijk stadje (ondanks de niet aflatende verkoopambitie van elke bewoner) dat bekend staat om het grote aanbod kunst en cultuur. Al in de jaren 30 van de vorige eeuw settelden Westerse kunstenaars zich hier om de omgeving vast te leggen op canvas en ook nu nog telt Ubud een grote expat gemeenschap. Het is hier goed toeven, met talloze heerlijke eettentjes en winkeltjes met zo veel mooie souvenirs dat we al behoorlijk wat aankopen hebben gedaan.

We hebben gewandeld door de rijstvelden en natuur. Vanuit het stadje loop je namelijk zo de rijstvelden in, dus je kunt hier prima op eigen houtje een beetje rondwandelen. En ook hier hebben we, een aantal dagen zelfs, een scooter gehuurd. Een behoorlijk stuk van Bali hebben we dus al rondgetuft. We zullen jullie niet vermoeien met een opsomming van alle Pura’s en Puri’s (grote en kleine tempels), de foto’s spreken voor zich en wie echt geïnteresseerd is vertellen we het natuurlijk graag nog eens na.

Gister zijn we naar een crematie ceremonie in een nabijgelegen dorpje geweest. Iets dat je “moet” doen op Bali, want crematies zijn hier een groot feest. Verdrietig zijn is er niet bij, want dat roept kwade geesten op. Je viert het leven en de op handen zijnde reincarnatie van de overledene, die bijna altijd reincarneert in de ziel van een kleinkind.. misschien zien we onze opa’s en oma’s dan toch nog terug?

We vielen met onze neus in de spreekwoordelijke boter, want het was niet zomaar een crematie ceremonie, maar die van een belangrijke hoge priesteres. De hoogste kaste, op de koninklijke familie na. Een kleurrijk spektakel, waar veel offergaven mee gemoeid zijn. De kist werd in razend tempo de hoge stellage in gesleurd en vervolgens werd de immense piramide door honderden mannen gedragen door het dorp. Dit gebeurt allemaal heel chaotisch, want dat verwart de overledene, die moet namelijk niet blijven hangen bij het lichaam en dus rent men heen en weer met de kist en wordt veel kabaal gemaakt om te zorgen dat de overledene de weg niet terug kan vinden... volgen jullie nog??

Wink

Een bijzondere ervaring, zonder meer!

We kijken uit naar wat Bali ons nog meer te bieden heeft

Cool

Liefs,

Anne en Joris

Cloudbuster

Lief dagboek,

Na ons vorige verhaal zijn we nog twee dagen in Yogyakarta gebleven. We hebben geshopt (batik batik!) en we zijn door een aardig meneertje meegenomen de plaatselijke pasar in. Een gigantisch doolhof waar we onze ogen uitkeken, vooral in het gedeelte waar de kruiden en specerijen te koop werden aangeboden. Jammer dat we niks mee mogen nemen Australië in, daar zijn ze nogal paranoia wat betreft alles eigenlijk wat het land binnenkomt. De laatste avond in Yogya zijn we naar het Ramayana ballet geweest dat zich afspeelde met de verlichte tempels van Prambanan op de achtergrond. Het was er zeer rustig, maar prachtig om het verhaal van Rama en Shinta (een Hindoestaans liefdessprookje) te bewonderen, begeleid door een gamelan-orkest (Indonesische klingel-klangel muziek, wat we nu ook in het internetcafe horen op de achtergrond..).

Vrijdag hebben we de hele dag in een minibus gezeten, opweg naar de Bromo-vulkaan. Eén van de must-do’s op Java volgens de gidsen. Na een korte nacht ging voor de tweede keer in een week de wekker om 03.00 uur in de nacht!! Een bizarre jeeprit van een uur later stonden we samen met zeker 1000 andere toeristen te wachten op de spectaculaire zonsopkomst. De zon kwam rond 5.15 uur langzaam op, maar de wolken vonden het nodig het beloofde schouwspel te verstoren. We hebben dus niks gezien, alleen een opkomende zon boven de wolken…

De volgende stop was bij de Bromo zelf. We parkeerden op een dorre, uitgestrekte vulkanische vlakte en begonnen aan de tocht naar de kraterrand. Het was een uitputtende tocht, maar omdat onze conditie zo tip top in orde was, voor ons natuurlijk een eitje! (hijg hijg…) Het uitzicht was prachtig en dat maakte het zeker meer dan goed.

Gelijk na de Bromo, om 9 uur ‘s ochtends, vertrokken we naar onze volgende bestemming, de laatste stop op Java. Waar veel mede-toeristen een 2-daagse tour Yogya-Bromo-Bali deden, hadden wij alle tijd en wilden wij wel meer zien van Oost-Java dan alleen de Bromo.

Een jaar geleden toen we nog in een verkennende fase zaten, kwamen we op een reisforum in contact met een Nederlandse man die op Oost-Java een huis heeft waar hij drie kamers verhuurd. Op dat moment hadden we niet gedacht daar ooit te komen, maar vanuit Yogya hebben we contact gezocht met Cor. Na het Bromo avontuur zijn we met de ‘public bus’ naar Kalibaru vertrokken. Het kaartje hadden we de vorige avond geregeld en de airco-bus stopte keurig op de afgesproken plek, rechtstreeks naar Kalibaru werd ons verteld. Halverwege de rit bij Jember, stopten we bij de bus terminal en hier moesten we er toch echt uit volgens de chauffeur en overstappen op een andere bus. En zo zaten twee blanke Belanda’s ineens in een overvolle, verroeste stinkbus samen met de ‘echte’ locals, alleen de kippen ontbraken. Een dergelijke bus stopt op elke willekeurig plek. Er is een chauffeur die rijdt en constant toetert, een jongen voorin die uit het raam zwaait naar iedereen waarvan hij vermoedt dat ie eventueel wellicht misschien mee zou willen met deze bus en dan nog een jongen achterin de bus om de mensen al rijdend de bus in te trekken. Het was een bijzondere ervaring (volgens de Trotter 'bepaald folkloristisch') en na ruim twee uur en zes keer vragen kwamen we aan in Kalibaru. Daar kwamen we aan in een super deluxe kamer en een prachtige omgeving, we keken uit op een eigen stukje regenwoud en werden we door het personeel op onze wenken bediend: Rumah Senang, huis waar je je prettig voelt. Dat was zeker het geval! Zelfs een stukje voetbal kunnen kijken op BVN, heerlijk Hollands.

In de omgeving van Kalibaru hebben we samen met de tuinman van Rumah Senang een mooie wandeling in de directe omgeving gemaakt. De weg ging over de berg, door koffieplantages richting uitgestrekte palmenvelden waar palmolie en palmsuiker gemaakt wordt.

Vanuit Kalibaru hebben we de vulkaan Kawah Ijen beklommen. Voor de derde keer in deze week ging de wekker om 3.00 uur ‘s nachts. Om 4.00 uur vertrokken we met z’n tweeën in een Jeep richting de voet van de vulkaan. De trip er naartoe was al prachtig, dwars door wilde natuur hobbelden we omhoog. Kawah Ijen is het belangrijkste zwavelexploitatiecentrum van Indonesië. Het sulfiet wat hier gewonnen wordt, wordt gebruikt in suikerraffinaderijen en voor cosmetica. Naast de prachtige natuur en de Gibbons die je hier tegenkomt is het bijzondere dat je hier honderden sulfietdragers passeert op de weg van en naar de top. Heen met twee lege manden en terug sjouwen ze dik 90 kilo aan sulfiet op hun schouders en ze zijn nog vriendelijk ook, ongelooflijk! De Ijen maakte de teleurstelling van Bromo ruimschoots goed. Er waren hier slechts enkele toeristen en het uitzicht was met een paar wolkjes echt adembenemend. De rotte stank van het turquoise zwavelmeer droeg daar aan bij. De tocht omhoog was een ware uitputtingsslag, de helling was de eerste 2 kilometer zeker 40% omhoog en steiler! Maar dit was een van de mooiste tochten die we tot nu toe gemaakt hebben.

Momenteel zitten we aan de Noordkust van Bali in het plaatsje Lovina. We kijken uit naar het tweede deel van ons Indonesië avontuur: Bali en misschien toch ook nog Lombok. We hebben nog vier weken voordat we naar Australië vertrekken, dus heerlijk alle tijd om alles te bekijken hier.

Een leuk detail is dat toen we vanmiddag op het strand zaten een meneer bij ons kwam zitten (die kende iemand uit Hoevelaken..) die heel serieus aan Joris ging zitten en vroeg of de sproeten ‘echt’ waren?? En of er geen medicijnen voor waren…

Undecided
Noujaaaa zeggg!!
Tongue out

Kortom, de reis door Bali is begonnen!

Daaaag!

Joris en Anne

PS: onze excuses voor het overmatig gebruik van woorden als: prachtig, mooi, bijzonder etc, maar dat is het nou eenmaal!

Tongue out

Long train running

Lieve lezers,

Vandaag zijn we precies twee weken in Indonesië maar voor ons gevoel zitten we hier al veel langer. Het voelt als een lange vakantie en we zitten steeds meer in het tropische ritme. Heerlijk!

Na ons vorige bericht hebben we de trein gepakt van Bandung naar Yogyakarta. Een prachtige rit langs rijstvelden en natuur die om 7 uur ‘s ochtends begon.
Yogyakarta is de leukste stad tot nu toe. We zitten in een heerlijk hotel dat naast ‘gratis' ontbijt, thee met snack en computer met internet, ook een zwembad heeft. Dat zorgt voor zeer aangename verkoeling na rondgelopen te hebben in de stad. Het is hier namelijk weer errrg warm, warmer dan in Bandung en Bogor.

We hebben een dagje de stad verkend. Het kraton van de Sultan bezocht, wat voornamelijk een rommelige verzameling persoonlijke spulletjes bleek te zijn. Zoals een oud gastoestel uit 1950 en het bestek waar de vroegere Sultan mee at toen hij in Nederland op school zat.. jaja! Ook het vroegere Waterkasteel van de Sultan bekeken, wat weer een sterk staaltje vergane glorie betrof.
Met een becak, een veredelde fiets met draagbak, zagen we de stad rustig voorbijtrekken temidden van het razende verkeer. Een becak is geschikt voor anderhalve Nederlander, niet twee. Daar kwam de arme becak chauffeur ook wel achter bij de wat steilere hellingkjes, met ons in de bak voorop. En hij was nog wel aan het vasten ook.
De Ramadan is in Indonesië veel meer aanwezig dan in Nederland, niet zo gek natuurlijk. Meerdere keren per dag schalt uit alle hoeken van de stad de stem van de muezzin je tegemoet. Heel bijzonder, maar om 4 uur ‘s nachts kunnen we die mannen wat minder waarderen. De oordoppen van de Hema komen goed van pas! Verder merk je er als toerist weinig van, want eten kun je overal en wanneer je wilt. Wat dat betreft is het natuurlijk erg ingesteld op toeristen.

Naast ons hotel zit een leuk eettentje, waar je ook tours kunt boeken en kookcursussen kunt volgen. Zondag hebben we dat laatste gedaan. Met twee andere Nederlandse stellen zaten we in het klasje van de Balinese Made. Die voornamelijk zelf veel deed en dan plots bedacht dat wij ook zelf wat moesten snijden. Een erg relaxte kookcursus dus, met goed en smakelijk resultaat.

Maandag hebben we het Hindoeistische complex Prambanan bezocht. Prachtig en gemakkelijk te doen vanuit Yogya. Eén heel groot voordeel van de Ramadan tijd, voor ons, is dat het op alle echt toeristische plekken (waar ook binnenlandse toeristen komen) erg rustig is. Zo hadden we delen van Prambanan min of meer voor onszelf. Het leek die dag wel extra heet dus na terugkomst in het hotel hadden we wel een massage verdiend. We hebben onze handen en voeten letterlijk onder handen laten nemen door twee hele kleine dametjes die behoorlijk wat kracht uitoefenden op onze Westerse, stijve spieren. Met blauwe plekken tot gevolg zelfs. Maar het was heerlijk en voor 5 euro laten we ons wel mishandelen.

Gister was het Onafhankelijkheidsdag en nu is Indonesië al 65 jaar onafhankelijk van ons Belanda's. Wij keken uit naar een groot feest, zoals omschreven in de Lonely Planet, de reisbijbel die meerdere Indonesiërs al aan ons aangeduid hebben als 'The Book'. Door Ramadan had het feest echter een sober tintje werd ons uitgelegd, en hebben we dus maar een dagje bij het zwembad gehangen.. wat een straf.

Vanochtend stonden we solidair tegelijktijd op met de Islamitische bevolking, om 4 uur ging ons wekkertje. Niet dat we zin hadden in nasi goreng midden in de nacht, maar een bezoek aan het bekende Borobudur complex stond op het programma. Borobudur is het grootste Boeddhistische complex ter wereld. Al weet men nog steeds niet echt waar het ooit voor gebouwd is. Een universiteit misschien? De meningen zijn verdeeld. Het is een Boeddhistisch geval apart volgens de kenners. Van bovenaf gezien is het complex net een grote Mandala. Wij waren er net na het ochtendgloren en ook hier was het heerlijk rustig. Voor het eerst zijn we ook geen Hollander tegengekomen. Bizar!
Borobudur is prachtig, vooral door de omgeving waar in het zich bevindt. Tussen de rijstvelden, palmbomen en met de smeulende Merapi vulkaan op de achtergrond. We hebben er een aantal heerlijk koele uurtjes doorgebracht. Dat je daarna langs een oneinding lijkende haag van assertieve verkopers moet, neem je op de koop toe.

We kijken elke dag onze ogen uit. Over de lieve Indonesische bevolking schreven we al eerder. De Westerse toeristen boeien ons natuurlijk ook bijzonder. Hier in Yogyakarta zien we veel (Nederlandse) gezinnen met puberkinderen, die nergens zin in hebben en alles stom vinden. Het doet Anne erg denken aan een verschrikkelijke vakantie Texel waar ze soortgelijk gedrag vertoonde (sorry mama, sorry Chantal). Toch zien we hier voor het eerst ook veel Fransen. Lekker luidruchtig aan het zwembad en vooral heel moeilijk Engels sprekend. Maar wat dat laatste betreft spannen de mede-Belanda's toch echt de kroon. Al meerdere malen zagen we een landgenoot in een soort van gebaren-oeloe-boeloe taal schreeuwen tegen de arme Indonesiërs, die toch echt goed Engels spreken. 'JIJ MAAK TWEE EGG FOR ME, OK?!'.
We vermaken ons kortom prima!

Tot een volgende keer,

Liefs,
Anne en Joris (en ja, wij schrijven samen. De een typt, de ander levert commentaar. En dat om en om.)

Just say Hello

Lieve mensen,

Na een uur zoeken naar een internetcafé in Bandung zitten we nu in een gamers warnet waar allemaal 8-jarige jochies de wereld aan het veroveren zijn op de computer. Er zijn volgens ons al vele doden gevallen in de kamer naast ons aan de geluiden te horen..

Na ons vorige bericht vanuit Bogor zitten we nu een aantal dagen in Bandung. Weer een grote stad met veel verkeer. Wel iets minder dan in Jakarta en het klimaat is hier beter. We verblijven voor een knaak en een bos wortels in een zeer luxe hotel met lekker bed en warm water, heerlijk! Het eten is heerlijk, wel veel gebakken en gefrituurd (goreng), maar tot nu toe trekken onze Westerse maagjes het prima.

In Bogor zijn we zondag bij de Tourist Information naar binnen gestapt om de route naar Bandung te plannen. Er rijdt hier geen trein, dus we moesten de bus pakken via de prachtige theeplantages van de Puncak Pass. De behulpzame en commerciële Adang en Asep boden ons al snel een tour aan van twee dagen waarbij we het ongerepte ‘echte' West-Java zouden zien. Omdat we wel een beetje klaar waren met de steden, klonk dit avontuur ons als muziek in de oren. De volgende dag vertrokken we samen met twee andere Nederlandse stelletjes, Ramona en Feline (typische Rotturdamse meiden, we vermoeden dat het Feyenoorders waren) en Erik en Aafke (type backpacker-advanced). De eerste stop was in Bogor bij de familie Media die sinds 1965 gespecialiseerd zijn in het maken van originele Wayang Golek poppen. Het was precies wat we ons erbij voorstelden, pa zit op de grond tussen de houtsnippers het moeilijke werk te doen, zoon 1 legt de eerste verflaag, zoon 2 brengt de details aan, moeder naait de kleding en opperzoon vertegenwoordigt de familie over de rest van het eiland (strak in pak). Het was mooi om te zien en we hebben ons natuurlijk laten verleiden; we laten twee kleine poppetjes maken die ze opsturen naar Nederland.

De trip bracht ons eindelijk de natuur in, naar prachtige rijstvelden en mooie vergezichten over de bergen. In de kleine dorpjes hier naartoe stonden de kleine kinderen ons weer enthousiast toe te roepen 'Hello Mister!' (iedereen is overigens Mister, of je nu man of vrouw bent). Erg schattig om te zien dat sommige kinderen veel roepen en anderen heel verlegen en bang wegduiken.. wij zijn dan ook erg groot in vergelijking met de kleine Indonesiërs, onze gids Asep was ongeveer net zo groot als onze tas en zeker 20 centimeter kleiner dan ‘onze' Wesley Sneijdert.
De volgende stop was een waterval diep in de bergen... maar daar kwamen we niet zomaar. Waar de weg in het begin nog perfect geasfalteerd was, werd het hoe hoger we kwamen hoe slechter. Totdat we hobbelend over een stenen/keien weg steil omhoog reden. We stopten plots en kregen de mogelijkheid van schoenen te wisselen. Het werd heel vrijblijvend gezegd, want onze gidsen deden allemaal slippers aan of gingen op blote voeten. Uiteindelijk toch maar onze bergschoenen aangetrokken en daar waren na twee minuten lopen al erg blij mee. De wandeling naar de waterval was zeer enerverend... nu, drie dagen later, heeft Anne nog steeds spierpijn! De waterval ter plekke maakte het meer dan goed en we kregen spekkoek en andere heerlijke Indonesische hapjes, dus het leed was snel geleden.

Aan het eind van de middag arriveerden we bij de bamboohut in een klein bergdorpje op Gunung (berg) Salak waar we de nacht zouden doorbrengen. Het was echt back-to-basic, maar een geweldige ervaring. Er werd heerlijk voor ons gekookt en ‘s avonds lieten Asep en Adang horen dat ze veel refreinen van veel liedjes kenden, zoals 'Susanne, ik ben stapel gek op jou.' De volgende ochtend stonden we om 6 uur op, na een uitgebreid ontbijt vertrokken we richting Bandung via de beroemde Puncak Pass met haar theeplantages. Omdat het de start van de Ramadan was (10 augustus) was het behoorlijk druk onderweg, dus veel stilstaan en uitlaatgassen happen. In het verkeer geldt hier, als je een gaatje ziet rij je deze dicht, benzinestation in zicht?, hup over het benzinestation om in te halen. Alles om maar zo snel en handig mogelijk ergens te komen. Het is hier heel normaal, niemand kijkt er van op en wij zijn er intussen ook aan gewend.

Onderweg zijn we gestopt bij een theeplantage van 1000 hectare, echt gigantisch! Bij een rivier een jonge kokosnoot leeggedronken en gegeten en ‘s avonds bij ons hotel in Bandung aangekomen. Grappig hoe je na 1 nacht primitiviteit al weer toe bent aan een goed bed.

In Bandung hebben we gister de stad verkend, het noorden met veel Oud-Hollandsche huizen en veel bomen waar we het Museum Geologi hebben bezocht. Alles in het Indonesisch, maar leuk om hier rond te snuffelen. Morgen vertrekken we om 7 uur ‘s ochtends met de trein naar Yogyakarta waar we een weekje denken te zijn. Vanuit Yogja gaan we de Borobudur bezoeken en wederom genieten van het heerlijke eten, de vrolijke mensen en alle bizarre dingen die we tegenkomen en meemaken onderweg.

Het blijft zonde dat men hier totaal niet denkt aan het motto 'Met hetzelfde gemak, gooi je het in de afvalbak.' Indonesië is zo'n mooi land en overal zie je vuil. Zelfs diep in de bergen zagen we lege tandpastatubes en zakjes chips. Wel overal spaarlampen maar de verpakking gooien ze in de rivier.
We zijn nu een week verder en wel al meer gewend aan het land. We komen veel vakantiegangers tegen die hier voor een week of drie zijn en dezelfde route afleggen, maar dan in een moordend tempo. Het is fijn om wat meer tijd te hebben en alles relaxt aan te kunnen doen. We kijken uit naar de volgende mooie ervaringen.

Leuk, alle reacties van iedereen. Keep in touch!

Liefs,
Joris en Anne

Hit the road Jack

Daar zijn we dan! Nog geen week onderweg en nu al schreeuwende fans die wachten op onze reisverhalen.. jeetje!

Om lekker Nederlands te beginnen, even klagen over het weer: Dubai was heet. Heel erg heet. Toen we aankwamen 's avonds laat was het 40 graden. Natuurlijk hadden we dit al gelezen, maar het was toch even anders om er daadwerkelijkte zijn. Gelukkig koelde het 's nachts af naar wel 38 graden. We hebben Dubai in 1 dag gezien als heerlijke toeristen: op de Hop On Hop Off bus van Big Bus Tour (ook bekend in steden als Londen en New York). Van te voren dachten we nog dapper heel vaak uit te stappen, maar de airco bus waar het wel 29 graden was, lonkte. Korte impressie Dubai: veel burka, veel soepjurken, heet, alles super schoon en strak aangelegd, de mensen zijn erg vriendelijk en behulpzaam, oh ja en HEET! Het toerisme in Dubai draait volledig op goedkope krachten uit India en Pakistan. Maakte ons niet uit, they speak velly good English sir! Helaas liet ons budget het niet toe om alles in 1 dag te verbrassen, want het shoppen in Dubai was errrrg verleidelijk.



Na een prima vlucht kwamen we woensdagavond aan in Jakarta. Donderdag en vrijdagochtend hebben we de stad verkend. Jakarta is precies zoals de toeristengidsjes het omschrijven: druk, vies en klammig heet. Zweetdruppels gaan waar ze willen.. We hebben veel te voet afgelegd, wat totaal afgeraden wordt maar wij zijn nou eenmaal Hollanders en we mogen best wat calorieën verbranden! Voetgangers zijn echter overgeleverd aan de Gratie Gods, want oversteken doe je 'gewoon'als het kan.. en het kan eigenlijk nooit. Maar we hebben het overleefd!
We hebben de enorme Monas tower bekeken, een gigantische paal, ook wel de laatste erectie van Soekarno genoemd. Op foto's komt hij niet tot z'n recht. Het is echt een enorme pik van 132m. De Monas ligt in het enige rustige stukje van Jakarta, het Merdeka plein waar helemaal geen verkeer komt. Heerlijk. Wel veel schoolklasjes die ons super interessant vonden en van hun Engelse lerares met ons moesten praten. 'Hello Miss, where are you from? What is your name? Have you been to Indonesia before?' Erg schattig. Ze willen ook allemaal met ons op de foto en dat doen we natuurlijk graag. Nu hebben heel veel Indonesische kindertjes foto's met twee zweterige Belanda's! (=Hollander)
Een bezoek aan de bekende Istiqlal moskee kon niet ontbreken. We werden eerst helemaal ingepakt in kleffe Islamitsche gewaden (niet denken aan hoeveel mensen dat al aan hebben gehad) en daarna rondgeleid door een totaal ongeïnteresseerde jongen die we natuurlijk wel wat moesten betalen, maar ach voor omgerekend 2 eurodoe je niet moeilijk. De moskee biedt officieel plaats aan 20.000 man, maar met Ramadan proppen ze er gerust het tienvoud daarvan in.
Even oversteken en we kwamen bij St. Mary's Cathedral, die op dat moment nog gesloten was maar bij een prachtig buiten altaartje hebben we even gezeten. Leuk detail: in het Indonesisch bestaat maar 1 woord voor God: Allah. Ook de Christenen hebben het dus over Allah.



Vrijdag zijn we 's ochtends naar Kota, het oude Batavia geweest. Dat is te omschrijven als 'Vergane Glorie'. Het is bijna allemaal compleet verpauperd. We hebben het museum van Jakarta bezocht, dat in het oude Gouverneurskantoor zit. Een prachtig gebouw dat ze nu wel aan het opknappen zijn, zaal voor zaal want anders zou het hele museum 3,5 jaar dicht moeten volgens het vriendelijke mannetje aan de balie. Hier zagen we veel antiek meubilair, lekker stoffig en schots en scheef opgesteld. Bijzonder om te zien hoe de Nederlanders hierooit aan de macht waren. Buiten op de binnenplaats lagen de grafstenen van JP Coen naast de airco bakken en een stukje verderop bij de oud Hollandse ophaalbrug kijk je zo op de sloppenwijk uit... welkom in Indonesië!



Na een veel te dure lunch in het chique Café Batavia (wel een aanrader vanwege de ambiance) zijn we met de trein naar Buitenzorg vertrokken, tegenwoordig Bogor. Bogor wordt omschreven als een prachtig, groen stadje in vergelijking met Jakarta. Wij vatten die omschrijving niet helemaal, maar in vergelijking met Jakarta valt het inderdaad mee. Bogor staat bekend om de botanische tuinen die de grootste en mooiste ter wereld zijn (dat zeggen ze ook van die in Melbourne en Sydney overigens). De tuinen hebben we gisteren bezocht en ze zijn inderdaad groot en groen. Helaas hebben ze ook hier niet genoeg mankracht en geld om het te onderhouden. Veel vuilnis en kapotte straten. Toch wel lekker om even uit de drukte te zijn. En een prachtig oud kerkhofje met Hollandse graven, helemaal overwoekerd maar erg mooi.



Het hostel waar we nuzittenin Bogor is heel fijn, gelegen aan een binnentuin en we hebben een veranda waar we lekker kunnen zitten. Wel veel geluidsoverlast, maar dat schijnt hier overal een probleem te zijn.

Indonesie is even wennen voor ons. Het is veel viezer en armoediger dan we hadden verwacht. De mensen maken het echter meer dan goed. Iedereen is behulpzaam en vriendelijk en spreekt redelijk Engels. Ons Bahasa Indonesia hebben we in ieder geval nog niet verder dan 'terima kasih' (bedankt) hoeven gebruiken. We zitten hier nog een aantal weken en mettertijd zullen we vast beter aarden. We kijken er naar uit om meer natuur te zien, de steden hebben we wel een beetje gehad.


Houd ons op de hoogte van het nieuws in Nederland en we hopen over een weekje een leuk nieuw verhaal te kunnen schrijven!

Groetjes,
Joris en Anne